zaterdag 11 december 2010

Mee lijden, geen Medelijden.

Onderweg naar jou bedenk ik me hoe eenzaam jouw strijd eigenlijk is. Hoeveel mensen zijn er nu echt begaan met je? Voor buitenstaanders is het een strijd ver van huis, misschien wordt je naam nog links en rechts in een gebed genoemd, misschien wordt er wel eens vluchtig aan je gedacht...maar je strijd is en blijft eenzaam. Je strijd blijft zich afspelen achter de sluisdeuren van kamer nummer 15 en niemand die jouw strijd werkelijk kent. Een enkeling zal nog net beseffen wat je strijd inhoudt, met name die lieve mensen die we kennen die zelf te vechten hebben tegen een ziekte.(en waar ik enorm veel aan denk, maar de tijd mis om hen even op te zoeken) De meesten zullen weinig merken van jouw ziekte in hun leven. Alleen jij ondervindt alles aan den lijve. Het maakt me wat opstandig vandaag, de gedachte dat voor iedereen het leven gewoon door lijkt te gaan. Het maakt me boos dat de mensen gewoon hun kerstvoorbereidingen doen, inkopen, drukte rondom de feestdagen, de drukte rondom het eigen wel en wee. Het maakt me jankerig en verdrietig te beseffen dat er zo weinig werkelijk mede lijden is. O jawel, men kent wel medelijden. Dat zijn diegenen die ach en wee roepen wanneer ze over je ziekzijn horen. Het werkelijke mee lijden is wat anders en dat kom ik zo bitterweinig tegen. Ik denk aan de kerstkaarten die op de deurmat belanden, waarschijnlijk heel lief en goed bedoeld aan ons adres bezorgd met voor elke ontvanger de standaardtekst: Prettige Feestdagen en een Gelukkig of een Voorspoedig Nieuwjaar. Ik ben in staat om dergelijke kaartjes dit jaar per direct bij het oud papier te deponeren, omdat ze me zeggen dat de afzender niet heeft stil gestaan dat het voor ons iets andere feestdagen en jaarwisseling zullen zijn. Ik mis dan net dat ene persoonlijke geschreven regeltje als teken dat er nog wel aan jou wordt gedacht.

De wereld draait door, de onze staat even stil. Vandaag zit ik duidelijk in een emotionele dip, ik heb behoefte aan schouders om op uit te huilen, aan woorden die me troosten en de mensen van wie ik ze verwacht hebben het blijkbaar druk met andere zaken...ik voel me voor het eerst tijdens jouw ziekte eenzaam en alleen. 
Ik ben bang voor de komende weken, de angst voor alle risico's die er aan jouw behandeling kleven dreigen me te wurgen en dan zwijg ik maar over de angst dat je ziekte nooit weg zal zijn of terug zal komen. De angst is zo groot en mijn geloof is nu zo klein. Ik zie zo weinig van God terug op dit moment. Het is net alsof God zwijgt in alle talen. 
Ik ben niet boos op God, maar ik voel zo weinig van Hem. Niet in mezelf en niet in mijn mede-christenen. Alsof de verwachting van Kerst een utopie is of slechts bedoeld is om de kerken tijdens de kerstnachtdienst voor één avond vol te krijgen. Waar bent U, lieve God? ...Kom alstublieft mijn ongeloof te hulp...

Mijn lieve kind, ik denk dat jij nu al slaapt, je kreeg een middeltje tegen de misselijkheid en dat zou je ook slaperig maken...rust maar goed uit lieverd, want je bent er nog niet...
Mama


1 opmerking:

  1. Lieve R. en familie,
    Mijn tranen zitten al erg hoog, want zoals je moeder weet ben ik op dit moment herstellende van een operatie. De operatie op zich stelde niet zoveel voor, maar vanwege mijn ziekteverleden (en traumatische ervaringen) een erg beladen en emotionele aangelegenheid. Ook ik heb me deze week erg eenzaam gevoeld.

    Lieve R., het is waar wat je moeder schrijft. Voor velen is jouw ziekte en behandeling een 'ver van hun bed show'. Men vindt het erg, maar men beseft niet wat je ziekzijn eigenlijk inhoud. Dat besef is alleen aan mensen vergeven die deze situatie zelf meemaken of hebben meegemaakt.

    Het valt ook niet uit te leggen hoe het voelt als je niet weet of je nog wel beter zult worden, die onzekerheid en angst vreet zich overal doorheen. Mijn hart is dan ook bij jullie en al die andere lotgenoten die op dit moment vechten voor hun leven.
    XXX Marjoleen (survivor)

    BeantwoordenVerwijderen