donderdag 9 december 2010

Mam, kun je me niet ontvoeren?

"Mam"; zeg je, "kun je me niet stiekem ontvoeren?". Ik moet om je woorden glimlachen en speel je spelletje mee:" Natuurlijk, ik vermom je gewoon als verpleger en dan neem ik jou zo mee, samen met die gekke zakken chemo, dan zorg ik wel dat je dat thuis allemaal binnen krijgt"
Samen lachen we er om en we kletsen gezellig verder. Hoewel we niet serieus waren in dit gesprekje, geeft het wel aan hoe graag we allemaal zouden wensen dat je gewoon thuis kon zijn. Dat er geen ziekenhuizen en chemo's nodig waren, geen onzekerheid maar gewone vanzelfsprekende gezondheid.

Ook vandaag waren twee grote zakken chemo jouw deel. Ik verbaas me over de grote hoeveelheden die ze je lijf inpompen en vind dat je je tot nu toe er goed doorheen slaat. Hoewel je tussendoor misselijk bent, van tijd tot tijd spuugt en je lijdt onder een soort van algehele malaise, ben je vaak ook erg opgewekt en lekker aanwezig als we bij je zijn. Je bloedwaarden blijven nog redelijk stabiel maar ze zullen ongetwijfeld "kelderen" omdat bekend is dat deze kuur je beenmerg lamlegt. Wat een gekke gedachte dat je eigen stamcellen je moeten gaan redden en je herstel moeten bevorderen. Wat een vreemd idee dat er zakken met jouw stamcellen in de vriezer liggen. Nog vreemder wordt dat idee als je bedenkt dat er aan de stamcellen conserveringsmiddel is toegevoegd. Dit conserveermiddel zorgt er na toediening voor dat je niet zo welriekend zal zijn na toediening. De meest wilde verhalen doen de ronde over de lucht die dit geeft. Het is allemaal het minste van mijn zorgen, al stink je op de dag van de stamcellen een uur in de wind ik zal bij je zijn.

En iedere dag laat ik je alleen achter in dat grote ziekenhuis, in de wetenschap die me op de been houdt, namelijk dat onze Hemelse Vader op je let en voor je zorgt!

Ik hoop dat je je snel wat beter mag gaan voelen.
Mama

Geen opmerkingen:

Een reactie posten